Het Covid-19 virus houdt ons nog steeds stevig in de greep. Op het moment van schrijven bevinden ze ons al dik 5 weken in de intelligente lockdown. De stamkroeg, je favoriete restaurantje, de sportclub, scholen, sportclubs, de tandarts en kappers zijn allemaal dicht. Grote evenementen zijn afgelast, vakanties en reisjes zijn voor nog onbekende periode uitgesteld. Contact met familie en vrienden gaat voornamelijk online of soms in de achtertuin op minstens 1,5 meter afstand. We werken zoveel mogelijk thuis, onderwijzen onze kinderen en proberen de moed erin te houden. En dat lukt de ene dag wat beter dan de andere.
In het nieuws zie je steeds meer een verschuiving van focus op medische en persoonlijke aspecten naar een focus op (bedrijfs)economische en financiële gevolgen. Economen buitelen over elkaar heen om de desastreuze gevolgen van de huidige overheidsmaatregelen te benoemen. De eerste faillissementen zijn al aangevraagd en er zijn in maart 11.000 extra aanvragen voor een werkloosheidsuitkering aangevraagd. Dat is een stijging van 42% ten opzichte van februari. En op dit moment zijn veel ondernemers aan het kijken, hoe zij met inbegrip van ‘social distancing’ toch weer open zouden kunnen, in de nieuwe anderhalve meter samenleving.
De overheid heeft de nodige voorzieningen in het leven geroepen om de schade van de maatregelen te beperken. Zo is er de TOGS, de NOW, de Tozo, de BMKB, de BL en de GO. Toch zijn er nog een hoop ondernemingen en organisaties die tussen wal en schip vallen, zoals bijvoorbeeld bedrijven die erg afhankelijk zijn van het seizoen. Daarnaast zijn de maatregelen ook niet voor alle organisaties voldoende.
Aanpassing
Deze periode vraagt ontzettend veel, van iedereen. Ik ben ervan overtuigd dat het nodig is om ons allemaal een beetje aan te passen. Niet alleen ons gedrag, maar ook onze overeenkomsten. De maatregelen van de overheid zijn niet voldoende en zullen waarschijnlijk nooit voldoende worden. Ik wil er ook niet voor pleiten, dat elke onderneming koste wat het kost gered moet worden. Deze crisis kan het einde betekenen van ondernemingen die al op het randje balanceerden en misschien eigenlijk al geen bestaansrecht hadden. Hoe triest dat ook is. Toch zullen er ook veel ondernemingen zijn die nu een beetje hulp nodig hebben, van overheid of van contractspartners, om straks weer volledig tot bloei te kunnen komen.
Je kunt natuurlijk het leven voor je contractspartners nog ingewikkelder maken, zoals bijvoorbeeld de Action deed door haar betaaltermijnen op te schroeven naar 60 dagen. In mijn ogen is het een beter alternatief om te kijken hoe je allebei door deze crisis kunt komen. Zo betaal ik mijn sportschool nog steeds maandelijks. Ik had de betaling kunnen stopzetten, zij kunnen immers geen diensten meer leveren. Dat had echter snel het einde van de sportschool kunnen betekenen en ik wil na deze periode toch graag weer terug. Dus betaal ik nu een gedeelte van de normale vergoeding, zodat zij hun vaste lasten kunnen blijven voldoen. En als nu de verhuurder van het pand en de franchisegever van de formule ook een handreiking doen, dan is de kans groot dat mijn sportschool overleeft.
Nieuwe afspraken
Ik merk in de praktijk ook dat er wel bereidheid is om aanpassingen te doen. Om andere afspraken te maken. Je kunt natuurlijk als verhuurder wel blijven volhouden dat de huur voldaan moet worden, maar daar heb je toch bijzonder weinig aan, als je huurder volgende maand failliet is. En als franchisegever kun je je vaste fee wel opeisen, maar goede franchisenemers vind je niet zomaar. Dus dat brengt je van de regen in de drup.
Wel merk ik bij ondernemers wat huivering. Er is best bereidheid om een helpende hand te reiken in de vorm van uitstel of aanpassing van de betalingsverplichting. Maar ook twijfel of je dan weer terug kunt naar de ‘normale’ situatie.
Contractsvrijheid
In Nederland hebben we ontzettend veel contractsvrijheid. Er zijn natuurlijk beperkingen zoals het arbeidsrecht of het consumentenrecht, waar de contractsvrijheid nagenoeg volledig is uitgesloten. Maar voor het overige hebben we voornamelijk veel vrijheid om overeen te komen wat we willen, met wie we dat willen en op welke manier we wat willen. Dat betekent dat we ook tijdelijk andere afspraken kunnen maken met onze contractspartijen. Ik pleit er altijd voor om afspraken schriftelijk vast te leggen. Maar voor tijdelijke afspraken is dat zo mogelijk nog belangrijker. Leg vast welke afspraken je maakt en voor welke periode deze zullen gelden. Is er na afloop van die periode reden om nog een keer (andere) tijdelijke afwijkende afspraken te maken, dan kun je dat dan opnieuw doen. Maar leg het goed vast!
Heb je als contractspartij veel dezelfde contracten, zoals in het voorbeeld hierboven franchisenemers of huurders? En heb je ruimte om andere afspraken te maken? Dan kan het zinvol zijn om te kijken welke aanpassing je voor elke contractspartij zou kunnen doen. Dat voorkomt dat je met iedere individuele partij in overleg moet.